An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 16 of 26 for "
"
Previous
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
Next
nature
>
the animal
the animal
het dier
the mammal
het zoogdier (de zoogdieren)
the manatee
de lamantijn (de lamantijnen)
the mare
de merrie (de merries)
the marine bird
de zeevogel (de zeevogels)
the marsupial
het buideldier (de buideldieren)
the mastiff
de mastiff (de mastiffs)
the meerkat
het stokstaartje (de stokstaartjes)
the millipede
de duizendpoot (de duizendpoten)
the mink
de nerts (de nertsen)
the minke whale
de dwergvinvis
the mockingbird
de spotvogel (de spotvogels)
the mollusc
het weekdier (de weekdieren)
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century