An English Dutch Dictionary
 




page 1 of 5 for "zij"
 
DutchEnglish   
aanwezig zijnto attend   
afhankelijk zijn van (was afhankelijk van, ben afhankelijk geweest van)to depend on  map  info 
alleen bestemd zijn voordedicated to   
bezorgd zijnto be concerned   
bij bewustzijnconscious   
blij zijn (was blij, ben blij geweest)to rejoice  map  info 
de achterzijdethe rear   
de bladzijde (de bladzijden)the page   
de graaf moet de eigenaar geweest zijnthe count must have been the owner   
de letters zijn niet zichtbaar op een zwarte achtergrondthe letters do not show on a black background   
de lijzijdethe lee   
de nerven van het geverfde hout zijn nog zichtbaarthe grain of the painted wood is still visible   


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century