An English Dutch Dictionary
 




page 4 of 33 for "een"
 
DutchEnglish   
de eenheid (de eenheden)the unit   
 the unity   
de eenling (de eenlingen)the loner   
de eenstemmigheidthe consensus   
de eenvoudthe simplicity   
de eenzaamheidthe loneliness   
 the solitude   
de frets van een gitaarthe frets of a guitar   
de galsteen (de galstenen)the gallstone   
de gemeenschap (de gemeenschappen)the community   
de gemeente (de gemeenten)the municipality   
de golfer maakte een birdie op de vijfde holethe golfer scored a birdie on the fifth hole   


show all categories



Read the help about search options, verb conjugation tables, etc.





Search script and dictionary developed by www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century