An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 1 of 35 for "
aan
"
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Next
Dutch
English
aan
on
to
aan boord gaan (ging aan boord, ben aan boord gegaan)
to board
to embark
aan de ketting leggen
to chain
aan de kook
boiling
aan de voorkant
frontal
aan het drijven
afloat
aan het hengelen
angling
aan het lopen
walking
aan het rijden
driving
aan het vechten
fighting
aan
Dutch
aan
English
on
categories
voorzetsel
voorzetsel, voegwoord, lidwoord, voornaamwoord of getal
aan
Dutch
aan
English
to
categories
voorzetsel
voorzetsel, voegwoord, lidwoord, voornaamwoord of getal
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century