An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 6 of 10 for "
"
Previous
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Next
the product
>
built structure
>
the building
 
the building
het gebouw
the house
het huis (de huizen)
de woning (de woningen)
the houseboat
de woonboot (de woonboten)
the hut
de hut (de hutten)
de barak (de barakken)
the hutch
het hok (de hokken)
the igloo
de iglo (de iglo's)
the jail
de gevangenis (de gevangenissen)
the kennel
de kennel (de kennels)
the kindergarten
de kleuterschool (de kleuterscholen)
the lighthouse
de vuurtoren (de vuurtorens)
the monastery
het klooster (de kloosters)
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century