An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 4 of 10 for "
"
Previous
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Next
the product
>
built structure
>
the building
the building
het gebouw
the dacha
de datsja (de datsja's)
the day school
de dagschool (de dagscholen)
the depot
het depot (de depots)
the detached house
het vrijstaande huis (de vrijstaande huizen)
the disco
de disco (de disco's)
the elementary school
de basisschool (de basisscholen)
the embassy
de ambassade (de ambassades)
the exchange
de beurs (de beurzen)
the farm
de boerderij (de boerderijen)
the farmhouse
de boerderij (de boerderijen)
the fire station
de brandweerkazerne (de brandweerkazernes)
the firehouse
de brandweerkazerne (de brandweerkazernes)
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century